Archive for januari, 2017

Communicatie

Author: jeroenstamgast

Toen mijn moeder overleden was en wij voor haar spulletjes een zo goed mogelijke bestemming probeerden te vinden, ontdekte ik een envelop met briefjes uit de tijd dat wij nog een gezin met elkaar vormden, die zij in de loop der jaren om de een of andere reden bewaard had.
Die briefjes, geschreven op de meest uiteenlopende soorten stukjes papier, waren onze manier van communiceren in de ochtenduren.
Iedereen stond doordeweeks namelijk op een andere tijd op om naar school of naar het werk te gaan en op deze manier konden wij toch nog even iets kwijt als ons dat nodig leek.
Meestal waren dat mededelingen waarvan ik er hieronder een aantal in willekeurige volgorde zal tonen.
Mijn moeder stond overigens als laatste op.
De avond ervoor had ze voor iedereen broodjes gesmeerd voor later op de dag en als wij thuis kwamen was er tijd voor een kopje koffie of thee en werd er niet geschreven maar gepraat.
´s Avonds tijdens de avondmaaltijd was het hele gezin bij elkaar en werd er heel wat afgekletst.
En nu dan een aantal van die briefjes, zoals gezegd in willekeurige volgorde, maar ook nog eens uit verschillende momenten in de tijd.

—————————————————————————————————————–

Marc, hier staat een kop koffie voor je om wakker te worden. Veel plezier – Matthijs

Vader, moeder Jeroen heeft gebeld!! Hij moet morgen weer naar de herkeuring. Of we allemaal willen duimen en de groeten. Mam, er is wat water over de hes van tante Annemarie gevallen toen er een hele zooi troep van de piano afviel. Het is alleen maar water dus er is niets aan de hand – Matthijs

Papa – mama, Ik ben naar José. Oma komt om 12.03 uur voor als jullie het vergeten waren – Cécile

Ik blijf vanmiddag over op school. Hoe laat ik precies thuis kom weet ik niet daar ik een gesprek met een van de ouders heb – Jeroen
Ik ga ook naar school toe maar ik ben het tweede uur vrij. Is er dan iemand op? – Matthijs

Jeroen, wil je mij morgen om 7 uur wekken – Marc

ma/ pa is er wel iemand als die vent van de Eppo komt om dat boek aan te pakken? – Matthijs

Matthijs, Wil je je er rekenschap van geven dat je dierb’re konijnen hongeren – pa

Mama, Ik heb mijn brood al gemaakt en slaap vannacht bij Froukje. Welterusten – Marc

Goedemorgen allemaal! Ik werk op het ogenblik bij Jan Twisk. Ik weet niet wanneer ik weer thuis ben. Het zal wel niet zo lang duren, maar hou er voor alle zekerheid rekening mee met het eten. Tot ziens – Jeroen

Beste Jeroen, Ik wou je vragen of ik jouw schetsboek kan kopen, want mijn schetsboek is vol. Als je weer inspiratie krijgt om strips te gaan tekenen koop ik een nieuw schetsboek voor je – Matthijs

Jeroen!! Kun je mij om kwart voor zeven wekken? – Matthijsje
Ik om 7 uur svp – Marc
Goedemorgen, Ik blijf waarschijnlijk over vanmiddag. Na school heb ik waarschijnlijk nog een vergadering – Jeroen
Ik ga naar school toe. Duim maar voor me. Dag – Matthijs

Mam, Ik kom vanavond niet thuis eten want ik ga met Nico ratatouille maken. Ik kom misschien wel zo’n pakje soep ophalen. Dag – Cécile

Marc, Vergeet niet om ook het vlees en de spinazie uit de ijskast te halen! De tas staat in de keuken. Vr. Gr. Mama
Ik ben een stuk gaan fietsen. Met het eten ben ik wel thuis – Matthijs

Van harte gefeliciteerd met je verjaardag. Ik hoop dat je wat aan het cadeautje hebt. Verder een fijne dag gewenst. (ik zag al een enorme afwas) Tussen de middag kom ik niet thuis vanwege verdere voorbereidingen van deel 2 van het sinterklaasfeest op school. Het wordt dus later op de dag dat ik je persoonlijk kan feliciteren. Tot dan en nogmaals gefeliciteerd – Jeroen

Hallo allemaal, Ik ben dit weekend naar Nienke Jelgersma in Enschede. Ik ben maandag terug en bel nog wel. Ik heb f 35 van jeroen geleend voor de reis. Wil je dat teruggeven, dan betaal ik het wel aan jullie terug. En blijf uit m’n kamer, Cécile. Dag allemaal – Marc
Tot ziens en prettig weekend – Froukje

In die krentenbollen zitten allemaal kleine kiezelsteentjes waarmee je zowat je tanden mee stuk bijt. Ik hoef geen krentenbollen meer – Matthijs

——————————————————————————————————————

Tussen al die bewaarde briefjes waren er ook een paar die niet tot de mededelingen gerekend kunnen worden maar meer van beschouwende aard zijn.
Ik heb er drie uitgezocht.
De eerste twee zijn van het type ´even je hart luchten´. De laatste, waarin jongste broer Matthijs het begin van zijn dag beschrijft, vind ik een mooi staaltje van puberliteratuur en laat meteen ook zien dat er ´s ochtends toch nog wel contact was buiten de briefjes om.

——————————————————————————————————————-

Ik heet Jeroen Stam en ik woon in een plaats die Heemskerk heet. Ik ben 15 jaar oud en woon in een familie van zes mensen. Twee ouders en vier kinderen, waarvan ik de oudste ben. Het heeft lang niet altijd voordelen om de oudste te zijn. Nee, het heeft eerder nadelen. Jij bent namelijk altijd degene die het altijd gedaan heeft. Jij en je broer, die de twee oudste zijn, zijn de grote lummels, terwijl je zus van elf en je broertje de kleintjes zijn en daar enorm veel voordeel van hebben. Dat mijn broertje een kleintje wordt genoemd vind ik niet erg maar dat een zus van elf jaar oud die voordelen ook heeft, kan ik niet hebben. Toen ik elf was, was ik al een grote lummel en nu die kattige griet elf is, is ze nog steeds het kleintje. Bah!

Heemskerk 18 april
Ik ga vandaag weer naar die stomme rotschool toe omdat ik aan het werken ben voor mijn toekomst, want ik wil geen vuilnisman worden of puttenschepper. Want als je niet naar school gaat dan ben je dom want dan weet je niet hoe je automobilist moet schrijven en dan kan je nooit een goeie baan krijgen. Je moet later zoveel mogelijk verdienen want dan kan je veel kopen en als je veel kan kopen dan ben je gelukkig
Gehersenspoeld persoon in 1977

Het was een koude morgen toen ik met slaperige ogen en nou niet bepaald netjes haar, bonkend de trap af stommelde. Ik was het eerst beneden, dat kon je zo zien en voelen. Het was een troep en het was koud. Ik had er een hekel aan om vroeg op te staan maar wist na verloop van tijd al zo wakker te worden om naar de keuken te hobbelen en met nogal slome en onhandige bewegingen een boterham uit de boterhammenzak te halen, deze te smeren en zelfs op te eten. Toen ik daarmee klaar was, kwam ook mijn broer beneden. Na een nogal zinloos onsamenhangend gesprek gevoerd te hebben, besloot ik naar de W.C. te gaan en daar het nodige te doen. Het was half acht, pa zou nu wel eens naar beneden moeten komen en deed dat ook, vroeg of ik al wat gegeten had en toen ik ‘ja’ antwoordde vertrok deze ook naar de keuken. Even later begon hij met mijn broer nogal luidruchtig te converseren over de juiste manier van studeren en nog een paar van die onderwerpen werden aangesneden in de keuken. Toen vader en zoon binnen kwamen, was het voor mij haast tijd om te vertrekken. Het was nu toch ook al te laat om een paar wiskundesommen te vragen die ik niet snapte. Ik vertrok nu naar school, zei iedereen gedag, bond mijn tas op de fiets en ging weg. Op weg naar school ontweek ik allerlei dingen van jongens tot glas aan toe. Ik kwam zonder kleerscheuren aan op school en liep in de richting van het lokaal waar ik wezen moest.

——————————————————————————————————————

Ter afsluiting nog even een van de eerste geschreven teksten uit de Nederlandstalige literatuur, afkomstig van een Vlaamse monnik rond het jaar 1100. Hij schreef het achter in het boek waaraan hij bezig was om zijn pas aangescherpte ganzenveren pen te testen.

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?

——————————————————————————————————————

Tegenwoordig schrijft men geen briefjes meer maar communiceert men digitaal.
Vaak tijdens de gesprekken of wat daar voor door moet gaan.
De nieuwe tijd, net wat u zegt!

The streets of London

Author: jeroenstamgast

Het was stil in het cafeetje op de hoek.
Een oude man zat aan een tafeltje bij het raam en staarde naar buiten terwijl een kastelein de glazen spoelde en de voorraad drank inspecteerde.
Een kwartier later begon de kastelein de stilte als drukkend te ervaren en zette hij de radio aan.
Tijdens het weerbericht, dat weinig goeds voorspelde, kwam een oude vrouw binnen geschuifeld die aan het andere tafeltje bij het raam ging zitten, met haar rug naar de man toe gekeerd.
Het wordt hier nog gezellig, dacht de kastelein en nam de bestelling op.
Toen hij een bessenjenever op het tafeltje zette, keek hij voor alle zekerheid nog even naar het bijna lege glas op het andere tafeltje en daarna naar de oude man.
Deze kende de schamele inhoud van zijn portemonnee en gaf geen sjoege.
Waarom gooi ik die tent gewoon niet later op de dag open, dacht de kastelein. De vaste klanten ze je om deze tijd toch nooit.
Mismoedig begon hij het koperwerk van de bar te poetsen.
Een half uur later- de radio meldde net een terroristische aanslag die aan 38 mensen het leven had gekost- kwam de eerste bekende binnen, niet veel later gevolgd door verscheidene andere stamgasten.
De radio werd uitgezet en de gebruikelijke borrelpraat nam een aanvang.
De twee oudjes bivakkeerden bij het raam in een cocon van stilte.
De vrouw zag een bekende buiten, zwaaide, betaalde haar consumptie en verliet het pand.
De oude man keek haar peinzend na tot ze met haar bekende uit het zicht verdwenen was en vestigde toen zijn aandacht op zijn inmiddels lege glas.
Een kwartier later- een dikke man met een rood hoofd was net begonnen aan een mop over twee negers en een jood- meldde hij zich bij de tap en bestelde een jenever.
“Kom er gezellig bijzitten,” stelde de kastelein voor in een poging om de man uit zijn isolement te halen.
“Nee, dank u,” zei de man afwezig en sjokte met zijn glaasje terug naar het tafeltje bij het raam.
Het gezelschap aan de bar keek toe hoe de man weer plaats nam en even bleef het stil.
“Nou, die jood zei dus tegen die twee negers…” vervolgde de man met het rode hoofd en de gezelligheid nam opnieuw een aanvang.
Het was al weer uren later toen de laatste stamgast het café verlaten had en de kastelein en de oude man over bleven.
De klok gaf aan dat het nog geen sluitingstijd was maar de kastelein begon alvast met de schoonmaakwerkzaamheden en zette de radio aan om de stilte te verdrijven.
Een kwartiertje later kwam de oude man overeind, betaalde zijn rekening en sjokte naar de buitendeur.
“Een fijne avond nog!” riep de kastelein hem na.
Op de radio was het nummer ‘The Streets Of London’ van Ralph Mc Tell te horen.
Blij dat ik niet in Londen woon, dacht de kastelein en zette de radio uit.