Archive for juli, 2015

Zondagsrust

Author: jeroenstamgast

Het is al licht als ik zondagochtend wakker word.
Dat betekent dat we naar de slaapkamer van papa en mama mogen.
Mijn kleine broertje Marc is ook al wakker en samen melden we ons bij het bed van papa en mama, die nog in diepe slaap verzonken zijn.
Ik trek de dekens opzij om naast papa in bed te kunnen kruipen.
“Ach Jeroen, het is nog zo vroeg,” kreunt papa slaperig.
“Maar het is al licht,” verklaar ik onze komst.
Marc klimt ondertussen aan de andere kant van het bed over mama heen om zich tussen haar en papa te nestelen.
Ik trek de deken over me en geniet van dit heerlijk moment.
Direct gaat papa ons weer vertellen over de spannende avonturen van Schimpert en Niksie.
Schimpert is een grote jongen van 12 en Niksie is zijn trouwe hondje.
Die heet zo omdat Schimpert geen naam voor hem wist te bedenken toen hij hem op straat had gevonden.
Papa begint te vertellen.
Af en toe dreigt hij in slaap te vallen maar dan duw ik even tegen zijn schouder en gaat het verhaal verder.
En zo belanden we met horten en stoten bij het einde van het avontuur.
Schimpert en Niksie hadden weer heel wat heldendaden verricht!
Jammer alleen dat papa ze daarvoor nooit een grote beloning laat krijgen.
Deze keer maakt papa het wel heel bont.
Schimpert en Niksie moesten voor straf zonder eten naar bed omdat ze te laat thuis gekomen waren.
En dat terwijl ze een heel dorp van de ondergang gered hadden!
Ik maak papa weer wakker.
“Krijgen ze echt geen eten?” vraag ik vol ongeloof.
Papa begrijpt dat hij nu te ver gegaan is.
“Nou, na een tijdje kregen ze toch nog wat lekkers,” mompelt papa en valt weer in slaap.
Ik duw tegen papa’s schouder.
“En kregen ze na een tijdje ook nog een beloning?”
“Laat je me dan nog even slapen?”
“Ja, maar dan moeten ze wel een échte beloning krijgen. En ze moeten in de krant,”
“Goed,” zucht papa. “De volgende dag kregen ze van de burgemeester een mooi horloge en de dag daarna stonden ze op de voorpagina van alle kranten in het land.”
“Maar Niksie heeft toch niks aan een horloge,” opper ik.
“Nee, maar hij kreeg óók nog een lekkere kluif.”
Marc en ik zijn gerustgesteld en even later liggen er vier tevreden mensen naast elkaar in diepe zondagsrust.